Als kinderwensen wandelen
langs onbesproken woordenvallen
en onbevangen mensentalen
tongen snoeren in de keel
Als kinderdromen openspatten
als knettervuren, gloeiend traag
vervloeiend in de harde dagen
onbespreekbaar vaag
Als blikken zonder blozen
de anderen een glimlach wensen
en watertandend koesteren
Als elk van ons zichzelf zou gunnen
dan zal mijn droom geen droom meer zijn,
maar ieders wildste wens verstommen